collecte 1 zn. 'geldinzameling'
categorie: leenwoord
Vnnl. collecte 'inning van belastingen' [1600; WNT], 'inzameling van geld' [1649; WNT]; eerder al collectatie 'inning van belasting; boete' [1582; Stall.].
Via Frans collecte 'inning van belastingen' [1385; Rey] ontleend aan Latijn collēcta, letterlijk 'het verzamelde' (als in collēcta pecūnia 'het verzamelde geld'), het verl.deelw. (vrouwelijk) van colligere 'verzamelen' (letterlijk 'samen-lezen'), gevormd uit com- 'samen' en het werkwoord legere 'verzamelen, lezen', zie legende; zie ook collectie.
Het woord heeft in het Frans dezelfde betekenisontwikkeling doorgemaakt als in het Nederlands, van 'belasting innen' naar 'inzamelen van vrijwillige gaven' [17e eeuw; Rey]. Eerder had het al de liturgische betekenis, zie collecte 2.
◆ collecteren ww. 'innen, inzamelen'. Vnnl. collecteren 'innen (van belastingen)' [1582; WNT], gecollecteerd (verl.deelw.) 'ingezameld (van vrijwillige bijdragen)' [1663; WNT]. Ontleend aan Frans collecter 'innen' [1320; Rey], afleiding van het zn. collecte. ◆ collectant zn. 'inzamelaar'. Nnl. collectanten (mv.) 'inzamelaars van geld in de kerk' [1765; WNT], 'inzamelaars van geld voor een goed doel' [1938; WNT vastenavond]. Pseudo-Franse vorming, evenals Duits Kollektant; het Frans heeft collecteur.. ◆ collecteur zn. 'inzamelaar'. Mnl. collecteur 'belastinginner' [1415; MNW utelech]; vnnl. collecteur 'inzamelaar van gelden in de kerk' [1566; WNT collecteeren], 'belastinginner' [1665; WNT collecteeren]. Ontleend aan Frans collecteur 'inner, inzamelaar' [1315; Rey] < Laatlatijn collector 'id.', een afleiding van Latijn colligere.
Fries: kollekte
Gepubliceerd op 24-04-2024
collecte 1
betekenis & definitie