Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

baseren

betekenis & definitie

baseren ww. 'gronden'
categorie: leenwoord

Nnl. gebaseerd (verl.deelw.) [1798; WNT wetgeving], baseeren [1847; Kramers], maar al mnl. baseren[/i] als onovergankelijk werkwoord 'gebaseerd, gegrond zijn' [1340-50; MNW-R].

Ontleend aan Frans baser 'id.' [1787; Rey], eerder al in de concrete betekenis 'funderen' [1501; Rey], een afleiding van het zn. base 'voetstuk, steunpunt' [12e eeuw] < Latijn basis < Grieks básis, zie basis.

Fries: basearje

< >