Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

aanschouwen

betekenis & definitie

aanschouwen ww. 'zien, waarnemen'
categorie: geleed woord

Mnl. a(e)nscouwen (ook scheidbaar) 'aanschouwen, letten op' [1287; CG II, Nat.Bl.D].

Gevormd uit aan en schouwen.

Mnd. anschouwen; ohd. anascouwōn (nhd. anschauen); nfri. oanskôgje.

Weiland 1799 vermeldt ik aanschouw naast ik schouw aan, voorts de oudere betekenis 'onderzoeken' en het voorbeeld aanschouwende kennis 'kennis door de gewaarwording verlangd'.
aanschouwelijk bn. 'duidelijk voorgesteld'. Mnl. aenscouwelijc 'zichtbaar, aanzienlijk' [1447; MNW]; nnl. ook 'levendig, schilderachtig' [1854; WNT], en verder in de combinatie aanschouwelijk onderwijs [1848; WNT].

Fries: oanskôgje ◆oanskôglik

< >