Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Ganzen

betekenis & definitie

Van de vele wilde ganzenrassen, welke over de gehele wereld verspreid voorkomen, zijn slechts enkele van betekenis geweest voor de vorming van de tamme ganzenrassen, nl. de Wilde grijze gans, waarvan de tamme ganzen in Europa, de z.g. landof boerenganzen afstammen, de wilde Canadese gans, waarvan afstamt de tamme Canadese gans, de wilde Egyptische gans, waarvan de tamme Egyptische ganzen afstammen en de Wilde knobbelgans, waarvan de getemde vormen zijn de gewone Chinese gans en de grote Chinese gans.

De ganzen zijn reeds lang getemd zoals uit oude geschriften en inscripties op bouwwerken blijkt. Bij sommige volkeren waren de ganzen heilige vogels, later werden zij vooral voor het vlees en de veren gehouden. In Rusland heeft men nog een tweetal rassen, de Toelsky en de Arsamassische gans, die in het bijzonder voor het houden van ganzengevechten worden gefokt.

De huisvesting van ganzen is heel eenvoudig, indien maar wordt gezorgd voor een droge ligging. Hoewel ganzen watervogels zijn kunnen zij toch zeer goed zonder zwemwater worden gehouden. Ook de voeding levert niet veel moeilijkheden op, indien men de ganzen vrije uitloop op grasland kan geven. Voor het mesten van ganzen gebruikt men mestmeel. In Frankrijk worden de mestganzen vaak nog gestopt, waarbij kunstmatig voedsel in de slokdarm wordt geperst. Men legt zich daar ook toe op de vorming van grote levers voor de beroemde paté de foie gras.

Behalve vlees en vet leveren de ganzen nog een belangrijk product nl. ganzenveren, waarvoor de ganzen enige malen per jaar worden geplukt. Van de gepraepareerde ganzenhuid met donsveren maakt men ganzebont e.d.

< >