In de weefsels heeft door de wand der bloedhaarvaten een voortdurende verversing van de weefselvloeistof plaats. Daarbij treedt, behalve voedingsstoffen, zuurstof enz., ook vloeistof uit het bloed naar buiten, die voor het grootste deel evenwel weer in de bloedcapillairen terecht komt.
Wat hiervan echter in overmaat in de weefselspleten mocht komen, wordt door het lymfstelsel naar het bloed teruggevoerd. De fijne lymfvaatjes verenigen zich tenslotte tot de grotere linker en de kleinere rechter horsthuis, die beiderzijds uitmonden in de ondersleutelbeensader.Het stromen van de lymf komt vooral tot stand door de aanzuigende werking van de onderdruk in de borstholte; kleppen in de lymfvaten verhinderen het terugstromen. De lymf stroomt zeer traag, de afvoer bedraagt per 24 uur waarschijnlijk niet meer dan 2 liter. De lymfstroom is als een shunt van geringe capaciteit op het bloedvatstelsel te beschouwen. In het verloop der lymfbaan zijn op verschillende plaatsen de lymfklieren ingeschakeld.