Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 13-04-2022

tone

betekenis & definitie

I. toon, klank; tint, schakering; spanning; stemming; take that tone, zo'n toon aanslaan; in a low tone, op zachte toon; with a tone, op zangerige toon;

II. stemmen; tinten; kleuren; tone down, lager stemmen; temperen, verzachten; tone up, hoger stemmen; opwerken [kleuren]; op hoger peil brengen; opkikkeren;

III. harmoniëren; tone down, verflauwen; tone to apricot, zacht overgaan in, zwemen naar; tone well with, goed komen bij.

< >