I. 1. honger lijden, hongeren, verhongeren, van honger sterven; 2. gebrek lijden; kwijnen; starve for, hunkeren naar; starve to death, verhongeren; starve with cold, van kou omkomen;
II. 1. honger laten lijden, laten verhongeren; uithongeren; 2. gebrek laten lijden; doen kwijnen; starve into..., door honger dwingen tot...; starve of..., ...onthouden; starve to death, uithongeren.