Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

peace

betekenis & definitie

vrede; rust; peace!, stil!; peace of mind, gemoedsrust; the King’s (the Queen’s) peace, de openbare orde; break the (King’s) peace, de vrede verbreken; de rust verstoren; hold one’s peace, (stil)zwijgen; keep the peace, de vrede bewaren; de openbare orde niet verstoren; make one’s peace with, zich verzoenen met; at peace, in vrede; in peace, in vrede; met rust.

< >