2. krassen, schuren; trillen; in botsing komen, niet harmoniëren (met with); jar upon, onaangenaam aandoen; a jamring note, een wanklank;
3. doen trillen [van de schok];
4. gekras, schuurgeluid; wanklank; onenigheid, botsing; schok || on the jar, op een kier.
Gepubliceerd op 21-03-2022
jar
betekenis & definitie