I. trek(ken); tocht; teug, slok; drank(je); vangst; klad, schets, ontwerp; diepgang; draughts, damspel; feel a (the) draught, fig ’t voelen, er de kwade gevolgen van ondervinden; at a draught, in één teug; beer on draught, vatbier;
II. schetsen, tekenen [v. kaarten]; zie ook: draft.