Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

feel

betekenis & definitie

I. (ge)voelen, bevoelen, betasten; vinden, menen, achten; feel one’s ground (way), op de tast gaan; fig het terrein verkennen;

II. (zich) voelen; aanvoelen; feel strongly, zeer gevoelig zijn; een zeer besliste mening hebben (omtrent on); I don’t feel quite myself, ik voel me niet erg prettig; feel after, voelen, tastend zoeken naar; feel for, (tastend) zoeken naar; meelij hebben met; not feel like food (going), geen trek hebben; feel out of it, zich voelen als een kat in een vreemd pakhuis; feel with, meevoelen met;

III. gevoel, tast; het aanvoelen; it is cold to the feel, ’t voelt koud aan.

< >