1 wit, blanco, oningevuld, onbeschreven, open; louter, zuiver; bot, vierkant; wezenloos, leeg; beteuterd; sprakeloos, verdijd; blank cartridge, losse patroon; a blank cheque, 1 een blanco
cheque; 2 fig carte blanche; blank door, blinde deur; blank verse, rijmloze verzen; blank wall,
blinde muur;
II onbeschreven blad, open plaats, wit(te ruimte); leegte, leemte; streepje , blanco formulier; niet
blank [v. domino]; doelwit; Mr. Blank, de heer N. N.; draw a blank, 1 met een niet uitkomen; 2 bot vangen.