1. Polder in de gemeente → Kortgene (Noord-Beveland); opgenomen in het → Waterschap Noord-Beveland, thans → Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; opp. ca. 91 ha; hoogte gemiddeld 0,7 m + N.A.P.; afwatering via het gemaal aan de → Willempolder.
Het bedijkingsoctrooi voor de Westpolder uit 1680 omvatte ook de vergunningen voor het bedijken van de → Oost-, de → Stads- en de → Adriaanpolder. De Westpolder kwam in 1686 tot stand. De polder behoorde grotendeels tot de heerlijkheid Kortgene en voor een klein deel aan het Gemeen Ambacht. Langs de scheidingsdijk met de → Willem Adriaanpolder wordt op de Hattinga-kaart van NoordBeveland (1751) het ‘Geregt van Cortgeen’ aangegeven. De betreffende dijk werd later de Galgendijk genoemd. Hier heeft waarschijnlijk de galg gestaan om de vonnissen van de heer van Kortgene uit te voeren.
Na de stormvloed van 1953 werd deze dijk enkel als weg hersteld. De Westpolder kwam na deze ramp weer droog op 25 april 1953. Tot 1959 behoorde de polder tot het uitwateringswaterschap Stads c.a. (opgericht 1871).
2. → Waardepolder.
3. → Nieuwe Hinkelepolder.
4. Van → Alsteinpolder. Verdronken Land van → Saaftinge.
5. (Grote(West)polder). Voormalige polder in West Zeeuws-Vlaanderen, aan de noordzijde van het eiland Biervliet; bedijkt spoedig na de St.-Elizabethsvloed van 1404; ook bekend als Polder van Boterzande. Hij overstroomde o.a. in 1421, 1530/32 en 1552; omstreeks 1550 bedroeg de oppervlakte 400 gemeten.
De polder verdween bij de inundaties aan het eind der 16e eeuw, i.v.m. de Tachtigjarige oorlog.
LITERATUUR
De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen I. Gottschalk, Historische geografie.