Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

STROODORPEPOLDER

betekenis & definitie

1. Polder in de gemeente → Reimerswaal, aan de Oosterschelde (Verdronken Land van Zuid-Beveland), opgenomen in het → Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland, thans → Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; opp. ca. 42 ha; hoogte gem. 1 m + N.

A. P.; afwatering via het gemaal Waarde in de → Waardepolder. De polder werd in 1808 bedijkt op het schor van Stroodorpe. Deze naam is waarschijnlijk afgeleid van de aanwezigheid van strohutten, die dienden als onderkomen voor de dijkwerkers, die aan de dijkaanleg van de → Mairepolder werkten. De Stroodorpepolder werd ook Molenpolder genoemd, naar een oude watermolen ter plaatse. De polder inundeerde in 1825 en 1906. Hij behoorde tot de voormalige gemeente → Krabbendijke en maakte deel uit van het uitwateringswaterschap ‘Waterschap De Valkenissegeul’ (opgericht 1879; → Emmanuëlpolder).2. Polder in de gemeente → Terneuzen, opgenomen in het → Waterschap De Verenigde Braakmanpolders, thans → Waterschap De Drie Ambachten; opp. ca 17 ha; hoogteligging ca. I,4tot2,0m + N.A.P. Deze ten zuiden van Sluiskil gelegen polder kwam in 1825 tot stand bij de kanaalwerken Terneuzen-Sas van Gent en is genoemd naar het strohuttenkamp van de kanaalgravers; ter plaatse ontstond in de polder langs het kanaal de buurtschap → Stroodorpe. De Stroodorpepolder behoorde tot de voormalige gemeente → Westdorpe en werd ook wel Klein poldertje bij L. de Backer of Strooyendorpe genoemd.

LITERATUUR

K. J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. J.P.B. Zuurdeeg, Verenigde Braakmanpolders. Wilderom, Tussen afsluitdammen III en IV. Roessingh, Stroodorpepolder.

< >