(Onónis). Van dit plantengeslacht komen in Zeeland twee soorten voor.
Het meest algemeen is de kattedoorn (O. spinósa; W., Z.B., N.B., Th., Sch., Z.V1.: schaepedoorn; W., Z.V1.: kraaidoorn; Th., Z.V1.: disteldoorn; Th.: stekelbrem). Deze komt algemeen voor op dijken, langs wegbermen en op droge, weinig begraasde plaatsen in zilte graslanden. Het liggend stalkruid (O. répens) komt voor op zandige grond, plaatselijk in de duinen.