STALKRUID
o., geslacht van planten uit de fam. der vlinderbloemigen, behaarde kruiden met meestal drietallige bladen en okselstandige bloemtrossen (Ononis), waarvan de verschillende soorten een pisverwekkende kracht (verg. Stallen (II)) bezitten.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., geslacht van planten uit de fam. der vlinderbloemigen, behaarde kruiden met meestal drietallige bladen en okselstandige bloemtrossen (Ononis), waarvan de verschillende soorten een pisverwekkende kracht (verg. Stallen (II)) bezitten.
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Onónis). Van dit plantengeslacht komen in Zeeland twee soorten voor. Het meest algemeen is de kattedoorn (O. spinósa; W., Z.B., N.B., Th., Sch., Z.V1.: schaepedoorn; W., Z.V1.: kraaidoorn; Th., Z.V1.: disteldoorn; Th.: stekelbrem). Deze komt algemeen voor op dijken, langs wegbermen en op droge, weinig begraasde plaatsen...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(Fr.: katteneil). Plant. Kruipends, op de eilanden. Kattedoorn eveneens, en bovendien in de buurt van de kust op klei.
Winkler Prins (1949)
(Ononis), plantengesl. uit de Vlinderbloemfam. Rood-met-witte bloemen, in de duinen en Z.-Limburg op de grond liggende planten. Kruipend S. (O. repens); Kattendoorn (O. spinosa), rechtopstaand, rode, rood/witte of witte bloemen, stengels met stijve dorens. Uiterwaarden, dijken.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(Ononis L.), plantengeslacht uit de familie der Papilionaceeën met 70 soorten in Europa, het mediterrane gebied en West-Azië, verwant met de klavers, maar afwijkend door een meer houtig karakter, vaak tot het eindblaadje beperkte kortgesteelde 3-tallige bladen, alleen of in armbloemige trossen in de bladoksels zittende gewoo...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Ononis), een plantengeslacht van de fam. der vlinderbloemigen, komt in 70 soorten om de Middell. Zee en in Midden-Europa voor. In onze streken zijn algemeen O. spinosa, de kattendoorn of heetegaal, met opstijgenden weinig behaarden stengel, en O. repens, het kruipend stalkruid, met klierachtige beharing, beide soorten met rose, meestal alleenstaan...
Jozef Verschueren (1930)
o. [stallen, wateren nl. van dieren] kruid met vlak toegespitste bladeren en meestal rozerode bloemen (Ononis repens).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: