1. (Alartskintskerc. Seralaertskerke.
Seralartskerck). Dorp binnen de nieuwe gemeentegrenzen van → Veere. Walcheren; 1779 inw. (1980). Vóór de gemeentelijke herindeling van 1 juli 1966 een zelfstandige gemeente waartoe behoorden Rijnsburg en Hondegemsambacht. De naam van de oude heerlijkheid en parochie Serooskerke is via tussenvormen als Seroiskerke en Ser Aertskerke terug te voeren op Alartskintkerke.Wapen:
Dit is het wapen van de familie Van Tuyll (van Serooskerken) in de oudste vorm.
Het werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd. De wapenkaart van Smallegange (1696) geeft echter zilveren hondekoppen met rode tongen op een blauw veld. Het is geheel gelijk aan dat van → Serooskerke op Schouwen. Een waarschijnlijk ouder sprekend wapen met een zilveren kerk tussen twee rode rozen in een blauw schild, komt voor op de hekposten bij de ingang van de kerk van Serooskerke.
Varia:
In de volksmond werden de Serooskerkenaars de ’dubbelharten’ genoemd.
Monumenten:
De 15e-eeuwse kerk, thans n.h., bestaat uit een éénbeukig schip (verbouwd begin 17e eeuw) en een onvoltooid gebleven toren. In 1958 vond er een restauratie plaats; de torenspits werd na stormschade in 1966 gerestaureerd. In de kerk bevinden zich een preekstoel uit 1661, een orgelkas van ca. 1740, een laat 18e-eeuwse koperen kroon en een grote zerk met de figuren van Philibert van Tuyll van Serooskerken (gest. 1661) en Vincentia van Swieten (gest. 1629).
De korenmolen ’De Hoop’ (voorheen ’De Jonge Johannes’) dateert van 1835 en is een achtkantige houten bovenkruier en grondzeiler van het Zeeuwse type.
Serooskerke is in 1966 alom bekend geworden door de vondst van meer dan 1140 gouden munten in een (prei)veldje aan de Dorpsstraat. Op het terrein van de schatvondst stond een 19e-eeuws huisje dat in 1965 werd gesloopt, waarna het terrein machinaal werd geëgaliseerd. Daarbij is de schat waarschijnlijk onopgemerkt over het terrein verspreid geraakt. Op 3 januari kwamen enkele goudstukken bij het steken van prei bij toeval te voorschijn. Nadien werd de grond nauwkeurig nagezocht. In het eerste halfjaar van 1966 zijn 1023 munten geborgen.
Achteraf is gebleken dat er al eerder, in 1965, munten op het betreffende terrein waren aangetroffen die nog gedeeltelijk konden worden achterhaald. Alles bij elkaar zijn meer dan 1140 goudstukken door het Koninklijk Kabinet voor Munten en Penningen in Den Haag beschreven. Bij het sorteren bleek al spoedig dat het jongste jaartal op de munten 1622 was. Een groot aantal munten dateerde uit de jaren onmiddellijk daaraan voorafgaand, zodat vrij zeker gezegd kan worden dat sinds 1622 de muntschat onaangeroerd was gebleven. Alle aangetroffen muntsoorten waren in 1622 normaal gangbaar geld. Zij vertegenwoordigden in dat jaar een waarde van ƒ 6.687,- waarvoor in de 17e eeuw een kapitaal huis gekocht kon worden.
De muntschat van Serooskerke was van een buitengewoon gevarieerde samenstelling. Een klein aantal munten was niet eerder bekend bij de numismatici. De muntschat van Serooskerke heeft o.a. via veilingen ongeveer ƒ 650.000,- opgebracht. De belangrijkste zeldzaamheden uit de Nederlandse muntreeksen zijn door openbare collecties zoals het Koninklijk Penningkabinet, de Nederlandse Bank, 's-Rijksmunt, musea te Middelburg en Groningen en het Penningkabinet te Brussel verworven. Van een deel van de opbrengst is in Serooskerke het openluchtbad 'De Goudvijver’ gebouwd. Een tweede, minder belangrijke, muntschat werd op 8 juni 1979 aangetroffen tijdens het slopen van hotel ‘De Lindeboom' in het centrum van het dorp.
Over het eigendomsrecht op de ca. 850 zilveren munten bestond verschil van mening tussen de vorige, particuliere eigenaar van het gesloopte pand en de koper, de gemeente Veere. De rechtbank in Middelburg wees tenslotte de gemeente Veere de zilverschat toe.
Geschiedenis:
De omgeving van het tegenwoordige Serooskerke was reeds in het begin van de jaartelling op verschillende plaatsen bewoond; voorwerpen uit de Late Ijzertijd en de Romeinse tijd bevinden zich in het Zeeuws Museum te Middelburg. Uit het begin van de landsheerlijke tijd dateerden twee vluchtbergen die inmiddels geheel zijn afgegraven. Een van de bergjes heette de Luycksberg (→ werf). Eind 12e eeuw werd Serooskerke een zelfstandige parochie als dochter van Oostkapelle. De kerk te Serooskerke was gewijd aan Johannes de Evangelist. Dochterkerk was die te Vrouwenpolder.
Vóór 1250 werd in het zuiden van de parochie Serooskerke door de St.-Michaëlabdij te Antwerpen de priorij Mariëndaal gesticht, bewoond door norbertinessen. De naam was al voor 1300 veranderd in Zoetendael. Het welvarende klooster werd evenals de kerk van Serooskerke getroffen door de beeldenstorm (1566). Tijdens het beleg van Middelburg (1572-1574) werd de kerk beschadigd. Het klooster werd in brand gestoken: later kwam er een buitenplaats (afgebroken ca. 1770); ter plaatse staat nu een boerderij.
In 1583 werd de Hervormde gemeente gesticht. haar eerste predikant was Cornelis Simonsen. Het kerkgebouw is vele malen gerestaureerd (het laatst in 1957/58); in de toren, die later is gebouwd, hangt nog steeds de klok uit 1676.
LITERATUUR
H. Enno van Gelder. Muntvondst Serooskerke 1966. H. Enno van Gelder. Het goud van Serooskerke. B. J. de Meij. Serooskerke. J. Broekema. Serooskerke. Schulman. Serooskerke (W). Muntvondst. G. van den Abeelen. l'Or de ITrlande et celui de la Zélande. Nieuwsbull. K.N.O.B. 1966.2.18. Schatvondst Serooskerke. H. Enno van Gelder en M. P. de Bruin. Munten kwamen tot leven. Nagtglas. Grafmonumenten in de kerk te Serooskerke. Rethaan Macaré. Een heidense offerplaats te Serooskerke. Dumon Tak en J. van den Berg. Een pottenbakkersoven uit de Ijzertijd. C. van Heel. Nieuwe Walcherse Arkadia. H. Janse. Kerken en torens. Van Empel en Pieters. Zeeland. Chavannes-Mazel. Langs oude Zeeuwse kerken. S. Muller Hz., Indeeling bisdom Utrecht. Grijpink. Register parochiën. J. W. te Water. Kortverhaal. B.B.H. VII. Kunstreisboek voor Nederland.
2. Dorp, oude heerlijkheid en voormalige gemeente in de zg. Westhoek van Schouwen; sedert 1 januari 1961 ingedeeld bij de nieuwe gemeente → Westerschouwen; tot 1961 met 189 inwoners en een oppervlakte van 333 ha de kleinste Nederlandse gemeente; 214 inw. (1980). Het dorp is gelegen in de heerlijkheid Welland, sedert 1571 in het bezit van het geslacht Tuyll van Serooskerken, dat ook de heerlijkheid Serooskerke op Walcheren bezat.
Wapen:
Volgens de kaart van Schouwen van 1540 en de wapenkaart van Smallegange (1696) voerde Serooskerke het wapen van het geslacht Van Tuyll: drie rode brakskoppen op zilveren veld. Aangezien de Hoge Raad van Adel aan de gemeente geen wapen van een nog levend geslacht wilde geven, werden de kleuren bij de wapenbevestiging van 2 oktober 1821 veranderd in ’s Konings kleuren (goud op blauw), waardoor het wapen gelijk werd aan dat van → Serooskerke (Walcheren).
Varia:
Kermis op de eerste zaterdag in juli en op de daaraan voorafgaande vrijdag.