Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Ockerus Ockersz. HALLINCK

betekenis & definitie

(16e eeuw). Kanunnik van St.-Pieter te Middelburg.

Werd 6 mei 1561 door de domproost Cornelius van Myerop benoemd tot deken en provisor van Zuid-Beveland. De officiaal gaf aan de nieuw-benoemde deken het recht om uitspraak te doen in huwelijkszaken. Hij komt herhaaldelijk voor als begiftigd met of begever van vicarieën, zoals te Goes (altaar van O.L.Vrouw in de Maria-Magdalenakerk), ’s-Heer Abtskerke (Lieve Vrouwe-altaar), Kattendijke (H.Kruis-altaar), Kruiningen (altaar van St.-Jan de Doper) en Overzande (O.L. Vrouwe-altaar). Hij bezit dan de collatie van de vicarieën in Walcheren nl. te Biggekerke (O.L.Vrouw), Ellewoutsdijk (St.-Antonius), Hoogelande (O.L.Vrouw) en Cleverskerke (St.-Joris), die bij het dekenaat Walcheren behoorden. Bij deze laatste vicarie wordt hij provisor van Walcheren genoemd.

Hij is dus van Zuid-Beveland naar Walcheren bevorderd. Wel doet hij afstand van verschillende vicarieën, hetgeen er op wijst dat deze provisor waarschijnlijk de totale plundering van de oude kerk heeft beleefd.LITERATUUR

Grijpink, Register op de parochiën. C. Dekker, Zuid-Beveland, 43,70, 86, lll.MN.fi. W. VI.

< >