Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MELOPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Hulst; opgenomen in het → Waterschap Hulster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 428 ha; hoogteligging 0,5 m - N.A.P. tot 0,6 m + N.A.P.

De afwatering geschiedt via het gemaal Paal (→ Kleine Molenpolder). In het zuidoosten van de polder ligt een klein deel van → Graauw; in de noordoostpunt de buurtschap → Paal met jachthaven (Westerschelde/Speelmansgat).

De polder kwam in 1644 tot stand als Nieuwe Graauw- of Melopolder (naar de Spaanse landvoogd D. Francisco de Melo) en omvatte in deze vorm ook een deel van de → WillemHendrikspolder. De bedijking kwam o.a. tot stand op gebied van de voormalige St.- Jorispolder, Hofspolderen Nieuwlandpolder (Nieulantpolder), welke in de 13e eeuw waren bedijkt door de abdij Ter Doest en verloren gingen bij militaire inundaties in 1584/85. Na overstroming in 1682 werd in 1684 het noordelijk polderdeel herdijkt als Melopolder.

De polder overstroomde nog in 1808, 1944 (militaire inundatie van het oostelijk en zuidoostelijk deel) en bij de ramp van 1 februari 1953 (watervrij 7 februari 1953). Hij heeft behoord tot de voormalige gemeente → Graauw-en-Langendam.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws- Vlaamse polderland.

< >