Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

GROENENDIJK

betekenis & definitie

Dorp en woongebied ten noordwesten van Kloosterzande, binnen de gemeente→ Hontenisse, Oost Zeeuws-Vlaanderen.

Monumenten:

De korenmolen uit de 18e eeuw (?) is een geheel open, houten standerdmolen, gelegen op een molenberg van ca. 5 m hoogte; gerestaureerd in 1980. Geschiedenis: Groenendijk dankt zijn ontstaan aan een r.k. houten schuurkerk, die aan het einde van de 17e eeuw werd gebouwd aan de westelijke ‘groene’ scheidingsdijk tussen de → Zandpolder en de → Mariapolder. Rond deze aan de H.Martinus gewijde kerk ontstond van lieverlede bebouwing. Voor de bediening van de schuurkerk waren in 1690 carmelieten uit Boxmeer aangesteld. In 1751 brandde de kerkschuur geheel af. Het vervangend Godshuis, dat met pannen gedekt was leek meer op een meestoof dan op een schuur.

In 1771 werd de eerste seculiere priester aangesteld en tot pastoor benoemd. In 1844 werd de kerk verbouwd en vergroot. Na veel moeite en teleurstellingen kon in 1870 een grote neo-gotische kerk worden gebouwd, die in 1871 is ingezegend De bouwpastoor was Joannes Smulders, de architect P. Soffers.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV.

< >