Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

DEINSE

betekenis & definitie

Familie van artsen, apothekers, theologen en juristen die zeer waarschijnlijk afkomstig is uit het stadje Deinze aan de Leye (Oost-Vlaanderen).

1. Antonius (Zutphen24nov. 1793-Utrecht 20 mei 1845). Zoon van de predikant Antonius van Deinse en Sara Jacoba, dochter van de bekende hypnotiseur J. de Puyt. Behaalde in 1817 het doctoraat in de geneeskunde op ‘De Haemorrhagiis uterinis’ (Over de baarmoederbloeding). Praktiseerde achtereenvolgens te Wissekerke, Goes, Hontenisse en sinds 1823 te Middelburg. Zijn vader bezorgde hem voor ƒ 11.800 de Armen- en gestichtspraktijk te Middelburg.

Antonius werkte vlijtig, tot het hem verdroot altijd naar ‘de minsten van de Zijnen’ te moeten gaan. Hij werd depressief en monomaan: dacht veel patiënten een verkeerde behandeling te hebben gegeven, inclusief zijn echtgenote. Hij werd opgenomen in de Willem Arntzstichting, behandeld door prof. Schroeder van der Kolk, maar pleegde, slechts schijnbaar genezen, in het gesticht zelfmoord.

2. Cornelis (Middelburg 12 dec. 1808-Dordrecht7 april 1879). Medicus. Broer van Antonius jr. Behaalde het diploma aan de Latijnse School te Middelburg, volgde de Klinische School en ging in Leiden studeren. Vestigde zich te Dordrecht, waar hij een grote reputatie genoot wegens zijn behandeling van cholera met kamfer.
3. Daniël Marinus (Middelburg 1 okt. 1804Den Haag 19 juli 1858). Apotheker. Eveneens een broer van Antonius jr. Studeerde aan de Klinische School en werkte in de apotheek ‘De Olifant’ van zijn oom G. de Puyt. Vestigde zich in Den Haag waar hij veel privé leerlingen bezat, voornamelijk Zeeuwen. Rond 1840 behoorde het keizerlijke Hof te Wenen, waar een lid van de Habsburgse dynastie aan epilepsie leed, tot zijn beste klanten.
4. Johannes Adrianus Paulus (Goes 17 okt. 1824-Sayville (New York) 9 febr. 1872). Kleinzoon van de predikant Antonius. Werd opgeleid bij apothekers te Goes en Rotterdam, maar deed examen in Middelburg. Hij trouwde met Pietronella Jacoba Muntendam, bij wie hij veel kinderen kreeg. Hoewel bekwaam voor zijn vak, verliep zijn zaak, omdat de Middelburgers zich ergerden aan zijn wit zijden hoed en druk bezoek aan de sociëteit. Hij emigreerde daarom plotseling naar de Ver. Staten, waar hij goede zaken deed als arts en apotheker.

LITERATUUR

J.C. de Man, Geneeskundige school I en II. Nederlands Patriciaat 29 (1943), 71, 73, 78, 87, 97.

< >