(Begaarden, Tertianen). Kloosterorde die, evenals de Franciscanessen, behoorde tot de derde orde door Franciscus van Assisi gesticht.
De vrouwen legden geen eigenlijke kloostergeloften af, maar wilden zich toch min of meer kloosterlijk organiseren en vormden religieuze gemeenschappen, die door handenarbeid in eigen onderhoud voorzagen.Zeeland heeft twee kloosters van deze orde gekend, te Middelburg en Zierikzee. Boxhorn-Reygersberg vermeldt dat het Middelburgse convent oorspronkelijk in de Duinhoek bij Oostkapelle gevestigd was en dat Adriaan van Borssele, heer van Brigdamme (gest. 1468), voor hen kocht het schone huis van de Tempeliers, tegenover de abdij in de St.-Pieterstraat. Hij en zijn vrouw zijn later ook in hun kerk begraven. Dit bericht is slecht te rijmen met het testament van Aleid van Holland (18 okt. 1271) waarin we lezen dat de bogarden reeds in 1271 te Middelburg gevestigd waren. Misschien ging het in de 15e eeuw dus om een verplaatsing binnen de stad of om een uitbreiding.
In ieder geval hebben de bogarden in de St.Pieterstraat hun klooster Jerusalem gehad en daar zijn ze gebleven tot 1574. Hun kerk werd toen de Waalse kerk, die in 1940 verbrandde.
De bogarden in Middelburg hielden zich bezig met weven, wat moeilijkheden gaf met de gilden. Ze konden de stoffen goedkoper leveren en daarom stelde de magistraat dat het getal van hun getouwen beperkt moest blijven, twee voor wol en twee voor linnen.
De bogarden te Zierikzee hadden hun aan St.-Agatha gewijd klooster tussen Raamstraat en Wevershof. Het heeft maar kort bestaan. In 1470 gesticht, werden de gebouwen in 1483 de woonplaats van de cisterciënzers. De bogarden droegen een zwart kleed.
LITERATUUR
Van Boxhorn, Chronyk. Post, Kerkgeschiedenis. Nolet en Boeren, Kerkelijke instellingen. Schoengen, Monasticon Batavum. De Vos, De voormalige kloosters. Henderikx, Bedelordekloosters.