Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BEWORMNAGELEN

betekenis & definitie

Het eertijds bespijkeren van houtwerk bij waterbouwkundige werken - veel paalwerken - met speciale spijkers (wormnagels) die een grote platte kop van 1 tot 3 cm middellijn en een stiftlengte van 1 tot 4 cm hebben. Het beste was een vlakke bespijkering met grote nagels en opvulling met kleine nagels daartussen.

Men kende:wormnagels - 30 a 35 st. per kg

20-ponders - 75 a 80 st. per kg

bolnagels - 230 st. per kg

schotnagels - 600 st. per kg

Het bewormnagelen diende ter bescherming van houtwerk tegen de → paalworm; werd in Zeeland meermalen toegepast bij steigers en soortgelijke waterwerken. Sinds de invoer van het tegen paalworm bestand zijnde groenhart en andere harde houtsoorten komt bewormnagelen niet meer voor.

< >