Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BETONNING EN BEBAKENING

betekenis & definitie

Beveiliging van de scheepvaart tegen gevaren. De drijvende voorwerpen, al dan niet voorzien van lantaarns, toptekens of radarrefkctoren, behoren tot de betonning.

Geschiedt deze beveiliging door vaste voorwerpen, dan is er sprake van bebakening.Voor de betonning wordt thans gebruik gemaakt van een internationaal systeem: International Association of Lighthouse Authorities (IALA). Het systeem bestaat uit een kardinaal stelsel voor toepassing op zee en een lateraal stelsel in de zeegaten en op de rivieren binnen de uiterton. Bij het kardinaal stelsel wordt een boei gelegd ten noorden, ten oosten, zuiden of westen van het gevaar. Bij het lateraal stelsel wordt de vaarweg aangegeven door een dubbele betonning: één aan stuurboord, groen en één aan bakboord, rood. Bij de scheiding van twee vaarwaters worden bolvormige scheidingstonnen gebruikt. De drijvende voorwerpen bestaan uit: tonnen, lichtboeien, sparboeien en drijfbakens.

Brulboeien worden steeds minder gebruikt. De gasverlichting wordt vervangen door een electrische. Sparboeien worden uitgelegd bij ijsgang. Boeien worden uitgelegd met een ketting en een steen, die een gewicht heeft tot 3000 kg. Voor werkzaamheden bij de betonning worden speciale schepen zg. tonnenleggers gebruikt. Bakens worden op oevers, banken of in ondiepe gedeelten van het vaarwater opgesteld, hetzij alleen, hetzij paarsgewijs.

Bij dit laatste wordt een vaarrichting aangegeven. Twee bakens ineen geven de richting aan volgens welke gevaren kan worden in het diepe gedeelte van het vaarwater. Tot de bakens behoren ook vuurtorens en lichtopstanden, welke voorzien kunnen zijn van gevarendekkende kleursectoren.

< >