Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Bestuurlijke ontwikkeling

betekenis & definitie

[/i](Zie ook → ZeeuwsVlaanderen): Reeds in de 13e eeuw omvatte het gebied van het huidige Waterschap Hulster Ambacht de stad Hulst, de heerlijkheid St.-Jansteen, de heerlijkheid Saeftinghe, Hulster Ambacht en een gedeelte van Axeler Ambacht. Hulster en Axeler Ambacht vormden een onderdeel van de Vier Ambachten (Assenede, Axel, Boekhoute en Hulst) welke behoorden tot het rechtsgebied van de kasselrij van Gent en tot de kerkelijke hiërarchie van het bisdom Utrecht.

Het overheidsgezag berustte bij de graaf van Vlaanderen van wie zij, ter bevestiging van een ouder privilege van Filips van de Elzas, in 1242 een keur ontvingen. Hierin werd, naast het strafgeding en het burgerlijk- of havegeding, het dijkrecht uitvoerig geregeld onder de hoofdstukken ‘De costumen van de waterganghen’ en ‘Van den zeediken die ghebroken worde’ (de keur van Saeftinghe van 1263 vertoont hiermee een zeer grote gelijkenis). De ambachten oefenden elk afzonderlijk de hoge, middelbare en lage rechtspraak uit, waaronder de overtredingen van het dijkrecht. Afzonderlijke dijkbesturen. waaraan ruime bevoegdheden werden toegekend, zijn hier eerst in de bedijkingsoctrooien uit de 16e eeuw naar voren gekomen. Tijdens de Republiek oefende het bestuur van Hulster Ambacht weinig invloed meer uit op de waterstaatszaken. Bij het begin van de Franse overheersing, in 1795, beëindigde dit bestuur zijn bestaan en gingen zijn functies over naar verschillende organen (o.a. bestuurlijke zaken naar de nieuw gevormde gemeenten).

De polders werden hier verenigd in het polderarrondissement Sas van Gent dat ressorteerde onder het Departement van de Schelde. Na 1813 is dit polderarrondissement gehandhaafd tot het midden van de 19e eeuw. Bij keizerlijk decreet werden in 1811 de polders en waterschappen hier als publieke instellingen gehandhaafd. De Nederlandse grondwet geeft autonomie aan voor de polders en waterschappen, met provinciaal toezicht en reglementering. De Napoleontische reglementering werd hier in 1840 vervangen door het Algemeen Zeeuws Polderreglement. Alhoewel verscheidene pogingen werden ondernomen om tot een concentratie van een groot aantal polders te komen leidde dit pas in 1933 tot enig resultaat, door de oprichting van het uitwateringswaterschap Hulsteren Axelerambacht, dat de afwateringsbelangen bundelde van 56 polders, maar waarbij de autonomie van de afzonderlijke polderbesturen niet verder werd aangetast.

Na de watersnood van 1953 werden voorstellen gedaan om door samenvoeging tot grote waterschapseenheden te komen. Hier leidde dat tot de oprichting, per 1 jan. 1965, van het Waterschap Hulster Ambacht, dat een concentratie is van 31 polders en voormalige waterschappen (zie voor deze voormalige waterschappen bij de afzonderlijke polders, zoals hierboven opgesomd).LITERATUUR

Gallé, Beveiligdbestaan. Wilderom, Tussenafsluitdammen IV. K..J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. J. Adriaanse, Gedenkboek der Hulsterse stede.

< >