Het geheel van de instellingen die het beheer van door andere administraties gevormde archieven tot taak hebben.
In Zeeland kent men in dit opzicht het rijksarchief, de gemeente-archieven en de waterschapsarchieven.
Het rijksarchief dateert van 1890 en sloot aldus de rij van opgerichte rijksarchieven in de gewesten met een rijksarchivaris aan het hoofd. Daarvóór kende men hier een provinciaal archivaris, die het provinciaal archief beheerde. In 1890 produceerde mr. → J.P.N. Ermerins - de eerste rijksarchivaris in Zeeland - een ‘Lijst der archieven, deel uitmakende van het oud-archief van Zeeland’. De overneming van de archieven van de rechtbanken en die van de gemeenten had het karakter van het provinciaal archief veranderd. Ten gevolge van bestuursmaatregelen kwamen ook andere archieven naar het rijksarchief.
Ermerins was vóór zijn rijksarchivarisschap provinciaal archivaris, als opvolger van → J.P. van Visvliet, die van 1844 tot zijn dood in 1888 het provinciaal archief had beheerd. Hoewel de gemeentewet van 1851 het beheer van de archieven uitdrukkelijk opdroeg aan de gemeentesecretarissen, deed hier en daar in Zeeland de stedelijke archivaris zijn intree: in Aardenburg, Sluis en Goes. In 1861 kreeg mr.J.H.de → Stoppelaar zijn aanstelling als gemeente-archivaris van Middelburg. Vlissingen kreeg later zijn archivaris in de figuur van → C.P.I. Dommisse. Te Aardenburg beheerde → G.A.
Vorsterman van Oyen van 1879 tot 1907, met onderbreking, het archief. Het gaat hier om enkele voorbeelden. Eén van de meest opmerkelijke gemeente-archivarissen was dr. → W.S. Unger, die in 1932 het onderwijs verliet om zich uitsluitend (sinds 1918 reeds gedeeltelijk) aan het archief van Middelburg te wijden. Dit archief ging in mei 1940 in vlammen op. Was het gemeente-archivariaat in zijn algemeenheid eerst meer een ‘liefhebberij’, na 1890 begint het langzaam maar zeker een functie in het gemeentelijk apparaat te worden. De archiefwet van 1918 schiep de nodige waarborgen voor het verkrijgen van gequalificeerd personeel door de opleiding voor hoger en middelbaar personeel te regelen.
Het archivariaat als permanent orgaan kwam bij de waterschappen pas laat op gang. Na de totstandkoming van het waterschap Het Vrije van Sluis in 1941 beheerde mr.W. LeMair daar het archief. Het waterschap Walcheren heeft sedert 1946 in → M.P.de Bruin zijn eigen archivaris. Thans tracht men in Zeeland streekarchivariaten op te richten waarbij gemeenten en waterschappen samengaan. Schouwen-Duiveland is hiervan een geslaagd voorbeeld.
W.H. Keikes te Zierikzee beheert dit streekarchief. De archiefwet 1962 heeft de provincie een duidelijke rol toebedeeld bij het toezicht op gemeente- en waterschapsarchieven. De provinciale archiefinspectie zorgt ervoor dat de toestand der archieven op een goed peil komt of blijft maar inventariseert ook in bepaalde gevallen deze archieven. Dr.K.Heeringa, rijksarchivaris van 1911-1921, was de eerste inspecteur van gemeente- en waterschapsarchieven in Zeeland. Mr.A. → Meerkamp van Embden, rijksarchivaris van 1921-1943, was tevens archiefinspecteur.
Rijksarchivaris W.S.Unger (1944-1954) volgde hem in deze functie op van 1944-1963.
Dr.P.Scherft, rijksarchivaris van 1954-1980, was archiefinspecteur van 19631974. Sinds 8 december 1978 vormt de inspectie van gemeente- en waterschapsarchieven een eigen provinciale dienst. Gemeentearchieven zijn er te Axel, Goes, Hulst, Middelburg, Tholen, Veere, Vlissingen en Zierikzee.
‘Geschiedenis archiefwezen in Zeeland met literatuuropgave