Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

PHILIPS, GERARD LEONARD FREDERIK

betekenis & definitie

(Zaltbommel 1858-Den Haag 1942), industrieel: richtte met zijn vader Frederik de N.V. Philips’ Gloeilampenfabriek op.

Bezocht de HBS in Arnhem, studeerde voor civiel en bouwkundig ingenieur aan de Polytechnische School te Delft. In zijn vijfde studiejaar meldde hij zich aan bij de afdeling Werktuigkunde, waarna hij in 1883 de examens aflegde voor werktuigkundig ingenieur. Op elektrotechnisch gebied deed hij ervaring op bij de scheepsbouwmij ,,De Schelde” te Vlissingen. waar hij in het najaar van 1883 aankwam. Gezien de malaise in dat bedrijf vertrok hij een jaar later naar Glasgow, waar hij werkzaam was op een der werven en speciale aandacht aan de dag legde voor elektrische verlichting, welke hem hier en daar trof. Bij prof. A.

Jamieson liep hij college op het gebied van scheepsverlichting en bij sir William Thomson, de latere Lord Kelvin, o.a. op het terrein van elektrisch licht en krachtoverbrenging. Na deze studiejaren trad hij in dienst van de Anglo-American Brush Electric Light Corporation Ltd. te Londen.In 1887 vertrok hij voor die firma naar Berlijn, om daar verlichtingsprojecten uit te voeren. Toen de Duitse lampenindustrie Brush op de markt terugdrong. kreeg Gerard Philips van Emil Ralhenau het verzoek de vertegenwoordiging van diens AEG in Amsterdam op zich te nemen. Ervaringen hier en wederom te Londen opgedaan deden bij Philips de gedachte rijzen een eigen bedrijf voor de vervaardiging van gloeilampen te stichten (zie Philips' Gloeilampen fabrieken).

De eerste jaren van Philips & Co te Eindhoven waren geen vette jaren. Eind 1894 besloten vader Frederik en zoon Gerard de Eindhovense lampenfabriek (eerste boekjaar een verlies van ƒ 19.000. tweede van ƒ 8.000 en de geplande dagproduktie van 1000 lampen niet gehaald) van de hand te doen. De vraagprijs was f 25.000. Toen een Venlose groep op dat bedrag nog wilde afdingen, besloten vader en zoon door te gaan. In die tijd kwam Anton Philips zijn vader en zijn broer helpen.

Gerard was niet alleen wetenschapper, hij construeerde ook machines, die zijn onderneming aan de spits brachten op het punt van fabricagemethodes. Zijn stimulerende activiteit op het terrein van de research leidde tot de oprichting van het Natuurkundig Laboratorium. Toen Anton Philips in 1922 de leiding van het bedrijf op zich nam. had zijn broer een school gevormd van medewerkers, die de hoogste eisen aan zichzelf en aan hun werk stelden, naar zijn voorbeeld. Op 1 april van dat jaar nam hij afscheid van het bedrijf.

Bij het 25-jarig bestaan van de firma hadden Philips en zijn echtgenote het Philips-Van der Willigenfonds aangeboden met het doel geldelijke steun te verlenen bij school- en universiteitsstudie van begaafde kinderen van werknemers, wier ouders de kosten daarvan moeilijk konden dragen. Er bestond toen reeds een Philips' Ondersteuningsfonds voor personeelsleden, die buiten hun schuld in financiële moeilijkheden waren geraakt. Onder de eerbewijzen, welke Gerard Philips ten deel vielen, behoren het ridderschap in de Orde van de Nederlandse Leeuw, het officierschap in de Orde van Oranje-Nassau en het eredoctoraat van de Technische Hoge School te Delft (1917).

Bron: A. Heerding. Geschiedenis van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, deel 1; Jubileumboek Gezelschap van Jonge Academici, bij de 100ste jaardag van dr ir G. L. F. Philips.

< >