familie van bekende orgelbouwers, eind 15de-begin 17de eeuw . afkomstig uit het noorden, waarschijnlijk Leeuwarden, doch die zich later vestigde in Den Bosch.
Hendrik Niehoff (1495-1560) was gezel bij Jan van Covelen te Amsterdam; bekende orgels van hem in Brabant zijn die in Den Bosch (St. Jan), te Bergen op Zoom en in het klooster te Heeswijk; buiten Brabant in Naaldwijk, Schoonhoven, in de Oude en Nieuwe Kerk te Delft, in Utrecht, Zierikzee.
Tongerlo. in de St. Peter te Hamburg, in de St. Jan te Lüneburg. in Veere. in de St. Servaas te Maastricht. Gouda enz. Het orgel van hem in de Oude Kerk te Amsterdam stond model voor veel kerken in Noord-West Europa.
Op dit orgel was J. P. Sweelinck vaste organist. Hendrik Niehoff wordt algemeen beschouwd als de uitvinder van de springlade (deze uitvinding nam met de sleeplade de plaats in van de blokwerklade. zodat afzonderlijke registers gebruikt konden worden in plaats van het hele klavier ineens).
Nicolaas Niehoff (± 1525-1604). zoon van Hendrik. werkte aanvankelijk met zijn vader, later met Arend Lampeler van Mill; bouwde veel orgels in Duitsland vnl. in het Rijnland (Dom te Keulen). Zijn zoon, Jacob Niehoff ( + 1560-1630) woonde in Keulen; bekende orgels van hem stonden in Helmond en Boxtel.
Bron: Frans Jespers, Brabants Orgelbezit; dr. M. A. Vente. Die Brabanter Orgel: Gerrit Slagmolen. Muzieklexicon.