verdrag, gesloten op 30 januari 1648 tussen Spanje en de Republiek der Verenigde Nederlanden ter beëindiging van de Tachtigjarige oorlog. Deze was voor Brabant in zo verre van belang, dat het als veroverd gebied werd beschouwd, de zogenaamde Generaliteitslanden.
De Staten wisten gedaan te krijgen, dat zij geen vrijheid voor de roomskatholieke godsdienst behoefden te verlenen. Bij de vrede werd ook vastgesteld, dat het Huis van Oranje bevestigd werd in het bezit van o.m. Cuijk, Bergen op Zoom en Zevenbergen. De vrede betekende de definitieve scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. De onderhandelingen hadden twee jaar geduurd. Vooral de godsdienstkwestie heeft verstroevingen veroorzaakt.