(Amsterdam 1902-Den Haag 1975), militair, studeerde aan de KMA te Breda; werd in 1922 officier bij de artillerie; volgde rechtenstudie aan de universiteit te Utrecht; werd op het einde van de tweede wereldoorlog chef van het Militair Gezag in het bevrijde zuiden van Nederland. Er werd op zijn ontslag aangedrongen, omdat hij geen einde zou maken aan het autoritair optreden van het Militair Gezag en aan de chaos bij de arrestatiepolitiek.
In november 1945 werd Kruis chef van de Generale Staf, in 1949 generaal en voorzitter van de chefs van staven. Mr. Kruis nam in 1951 ontslag als gevolg van een verschil van mening met de minister van Oorlog. Hij publiceerde zijn memoires: Generaal in Nederland (1975). Bron: Nijhoffs Gesch. Lex.