een tros kruiden, die op de feestdag van St. Jan, 24 juni, boven de deuren en vensters van woningen langs de straat wordt gehangen om het huis tegen blikseminslag en hekserij te beschermen.
Volgens de legende werd St. Jan door vijanden achtervolgd; hij wist zich te redden door zich in een huis te verschuilen. Men mocht hem daar niet voor zonsopgang grijpen. De vijand hing een tros aan het huis om het terug te kunnen vinden, ’s Nachts hing een engel aan alle huizen van de stad een dergelijke tros, zodat niemand meer wist welk huis St. Jan had uitverkozen.In het oosten van Brabant wordt de St. Janstros nog wel gehangen. Hij bestaat uit St. Janskruid, korenbloemen, witte en rode roos, madeliefjes, varens, zegge en aargras; ook worden wel anjers, witte lissen, viooltjes en vergeet-mij-nietjes gebruikt.
Bron: dr. Knippenberg, Van Moerdijk tot Peelland.