laatgotiek gevolgd bij de bouw van dorpskerken, verwant aan de Brabantse gotiek; opvallend fraai bewerkte forse torens van kerken is een van de kenmerken, naast het gebruik van Brabantse zuilen met koolbladkapitelen. Voorbeelden zijn de kerken in Bergeyk, Oirschot, Hilvarenbeek, Boxtel, Schijndel, Geffen, Waalre, Etten, Geertruidenberg, Dongen, Middelbeers, Heusden, Helvoirt, Nederwetten, Toren de Haaren.
De Kempense gotiek is ook van invloed geweest op de kerkbouw in het graafschap Holland, daar later meer bekend als Haagse hallentype.Bron: Marian Stenchlak, Architectuurgids van Nederland, 1983.