bouwstijl, die in de 14de eeuw en daarna tot grote bloei kwam, in de gouden tijd van het hertogdom Brabant met Brussel als centrum. De Brabantse gotiek werd ook tot over de grenzen van het hertogdom gevolgd.
Kenmerken zijn o.a. de kapellenkrans rondom het koor, de kooromgang en het triforium de loopgang onder de vensters van het middenschip in de religieuze bouwkunst. De Brabantse gotiek is verwant aan de Franse gotiek. Bekende bouwmeesters waren Willem van Kessel, Alard du Hamel, Jan Heyns (van de St. Jan in ’sHertogensbosch), Cornelis de Wael, Evert Spoorwater, Herman de Waghemakere en Antoon Keldermans I en II, Jan Keldermans I en II, Matthijs Keldermans en Rombouw Keldermans.Fraaie voorbeelden van de Brabantse gotiek zijn: de St. Jans Kathedraal in Den Bosch, OL Vrouwekerk te Breda, de St. Geertruid in Bergen op Zoom, St. Rombout in Mechelen, maar ook buiten Brabant in Zeeland en Holland o.a. de Nieuwe Kerk in Amsterdam, de Nieuwe Kerk te Delft, de St. Laurens in Rotterdam, de St. Jan te Gouda, kerken van Gorkum, Veere, Den Briel, St. Bavo Haarlem, de kerk in Alkmaar enz.