(Bergen op Zoom 1650-?). Zij maakte aanspraak op koninklijke afkomst.
Zij schreef onder meer Aandachtige Opmerkingen, bij wijze van Uytbreidinge over de artikelen des geloofs (1686), deze nam zij op in haar eerste dichtbundel, die zij publiceerde onder haar naam met de toevoeging van die van haar man, de Graeuw; de titel luidt: Poësy van de Geest- en Deugtrijke juffrou G. Gordon de Graeuw, in ’t Ligt gebracht door een liefhebber van ’t Algemeen Geloov (1710). Deze bundel bevatte voorts Ernstige Poësy, Christelijke Geboorts-Vernieuwingen en gedachtenis- of lijkdichten. Bron: Carel Swinkels in Letterk. reisgids van Ned. 1983.