in de generaliteitsperiode in Noord-Brabant, omdat deze buiten het gezag van de Staten-Generaal vielen en als eigen heerlijkheden als „buitenlands grondgebied” werden erkend. Het waren Boxmeer met St.Antonius, Gemert, Megen met Oyen en Teeffelen, Haren en Macharen, Ravenstein met Herpen, Schaijk.
Velp, Reek, Demen, Deursen, Langel, Dennenburg, Huisseling, Uden, Boekel en Zeeland, Bokhoven, Oeffelt en Luijksgestel.