Families: Dinomyidae Pakarana’s (Dinomys), Cuniculidae Paca’s (Cuniculus), Dasyproctidae Agoeti’s (Dasyprocta), Chinchillidae Chinchilla’s (Chinchilla, Lagidium, Viscacid), Myocastoridae Beverratten (Myocastor), Capromyidae Hutia’s (Capromys)
Een van de zeldzaamste Zuidamerikaanse knaagdieren is de pakarana, waarbij de naam Dinomys letterlijk spookmuis voor de meeste vertegenwoordigers uit dit geslacht een grapje lijkt. De dieren kennen blijkbaar geen angst en laten zich zonder meer benaderen. Daarnaast gelden ze algemeen als zeer vreedzaam. Terwijl de pakarana’s een behaarde staart hebben, ontbreekt deze bij de paca’s. In de schedel van de paca’s zijn de jukbeenderen plaatachtig verbreed. Agoeti’s of goudhazen komen met meerdere soorten voor in Middenen Zuid-Amerika.
Het zijn dieren ter grootte van een konijn met een staartstompje van slechts 1,5 cm lang. Een verwante soort is de staart-agoeti of acoechy met een 5 cm lang staartje en met een veel geringere lichaamsgrootte.
Als pelsdier van grote betekenis geldt de in zijn vaderland bijna uitgeroeide chinchilla. De zijdeachtige pels is buitengewoon zacht en dicht en bijna zonder een opvallende looprichting van de haren. Door het opzetten van speciale chinchilla-fokkerijen in alle delen van de wereld is heden weliswaar het bestand van de soort niet meer in gevaar en de prijs van de huidjes gezakt, toch gelden chinchilla-huidjes nog steeds als een van de kostbaarste bontsoorten. Tot dezelfde familie behoren ook de bergchinchilla of peruviaanse-haasmuis en de viscacha.
Terwijl de chinchilla’s buiten hun vaderland alleen in farms gehouden worden, wist de beverrat of nutria veelvuldig daaruit te ontsnappen, maar is ook wel uitgezet. Ofschoon de winter in ons klimaat voor hen tamelijk streng kan zijn, hebben vrijlevende kolonies zich kunnen handhaven op beschutte plaatsen. Het vlees van de beverrat geldt in zijn vaderland als zeer smakelijk.
Nauw verwant aan de beverrat zijn de boomen stompstaartratten uit Midden-Amerika. De grootste soort is de hutiaconga die tot 8 kg zwaar kan worden. De staart is weliswaar sterk gespierd, maar te zwak en te kort voor het dier om er vrij aan te kunnen hangen.
