Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WATERLANDERS

betekenis & definitie

Een groep Nederlandse doopsgezinden uit Waterland, N. van Amsterdam. Behalve daar komen zij reeds ca. 1555 voor in Franeker en Emden.

Van de andere doopsgezinden scheidden zij zich af in 1556, omdat er naar hun oordeel te veel invloed aan de oudsten en te weinig aan de plaatselijke gemeente en de individuele leden werd toegekend. De W. wilden de leiding der gemeente aan de gewone leden overlaten.De W. hadden ook minder bezwaren tegen gemengde huwelijken en stonden niet zo afwijzend tegenover deelneming aan het maatschappelijk leven. Zij waren dus vrijzinniger dan bijv. de Friese en Vlaamse doopsgezinden. Zij zijn tamelijk lang een eigen weg gegaan, ook toen andere groepen al tot vereniging waren overgegaan. Het eerst te Amsterdam (1668), weldra ook elders, verenigden zij zich met de Vlamingen. De meeste doopsgez. gemeenten in Frl. stonden aan hun zijde, ook al sloten velen zich niet officieel bij hen aan. zie Leeuwarden (Gebouwen).

Zie: W. J. Kühler, Gesch. der Ned. Doopsgezinden in de 16de eeuw (Haarlem 1932); N. v. d. Zijpp, Gesch. der Ned. Doopsgezinden (Arnhem 1952).

< >