De grietmannen regelden in 17de en 18de eeuw de vervulling der ambten (met daaraan verbonden voordelen) op een wijze, die hun particuliere belang meer diende dan het algemene, zie Kuiperij.
Deze regeling, die in de hele Republiek voorkwam, wordt omschreven als: rooster van T., acten of contracten van correspondentie, almanakken, ligues. De officiële rooster van ambulatoire ambten wilde hier een zekere orde scheppen. De prins deed er weinig of niets tegen. Ondanks het verzet der democraten bleven de X. bestaan tot 1795. Zie: J. de Witte van Citters, Contracten van correspondentie (Den Haag 1873); T. v. G. xi (1896), 168 e.v.