Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

STRAATLIED

betekenis & definitie

Reeds 1567 werd een jeugdige zanger uit Bolsward te Harlingen verhoord wegens het zingen en verkopen van liedjes van gezag-ondermijnend karakter, gedrukt te Kampen. Eén liedje bezong de vernietiging van een geuzenlegertje voor Valenciennes (1567), een ander het verraad door een schipper van geusgezinde edelen in Harlingen. zie Donker, J.

Hier is het S. in optima forma: op losse blaadjes gedrukt, uitgevent en gezongen, handelend overeen actueel feit. Ook het genre leerrijke vermaning is in Frl. vroeg bekend. Kossmann publiceerde er een over een monstergeboorte te Joure in 1592 (‘in al zijn boerse onbeholpenheid een treffend voorbeeld van volkskunst’). Tot tegen 1900 heeft het S. zich gehandhaafd. Een kermiszanger als Albert Bakker was zeer populair.

Collectie te Lwd. en in andere Fr. steden gedrukte S.eren in de Prov. Bibliotheek, zie Haan-Kerkhof, L.; Sterenberg, J. J.; Visser, P.

Zie: F. K. H. Kossmann, De Ned. straatzanger (Amsterdam 1941); Leeuw. Cour. (10.9.1949); B. xv (1953), 9-12, 105-in; Tj. W. R. de Haan, Straatmadelieven (Utrecht 1957).

< >