Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

STAARTSTUKKLOK

betekenis & definitie

Klok bestaande uit een door een boog afgesloten rechthoekige kast voor het uurwerk en de zgn. staart, een platte aan de onderzijde breder uitlopende kast voor de slinger. De halve boog boven de wijzerplaat is beschilderd, soms met bewegende scheepjes, terwijl er ook klokken zijn met zon en maan, in metaal uitgesneden, die door het uurwerk in beweging worden gebracht.

De bloeitijd van deze ‘Fr. klok’ viel ca. 1850. De Jousterklokkenmakerijen leverden in 1857 ruim 4000 stuks af. Na 1880 begon de import van goedkopere klokken uit het Schwarzwald, speciaal van regulateurs, die de S. in diskrediet brachten. In onze tijd is er weer belangstelling voor de S., die na de stoeltjesklok opkwam. 2 Schipperke. Zie: Vr. F. XXVII (1924), 229-267.

< >