theoloog (Gouda 1752-?), doopsgez. predikant te Goes (1779), Bolsward (1787) en Lwd. (1788). Als vele doopsgezinden was S. patriot, ca. 1795 komt hij naar voren.
Door volksrepresentanten benoemd tot raadsheer in het Hof Prov. (1796); door zijn radicalisme moeilijkheden in de gemeente, 1798 emeritus om zich geheel aan de politiek te wijden. Pas 1804 wordt het fonds voor pensionering van predikantsweduwen gesticht, waartoe S. 1794 de stoot gaf in de Fr. doopsgez. sociëteit.