Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

PARTIJ VAN DE ARBEID

betekenis & definitie

Na W.O. II achtte men de vooroorlogse partij constellatie ongeschikt voor de nieuwe omstandigheden.

Hierdoor kwam een groot getal personen uit verscheidene (over het algemeen linkse) partijen tot samengaan. Hierop volgde 20.2.1946 oprichting van de P.v.d.A., waarin S.D.A.P., V.D.B. en C.D.U. samengaan. zie Socialisme.Een gewestelijke federatie op democratische basis werd uitgangspunt. In het eerste bestuur namen zitting: A. Vondeling van Lwd., D. Bakker van Drachten, J. M. A.

Wind van Lwd., N. Bloemendaal van Lwd. e.a. Bij de Tweede-Kamerverkiezingen 1946 kreeg de nieuwe combinatie 34,9 pct. der stemmen, in 1948 33,2, 1950 32,9, 1956 40,9, in 1958 37,6 pct. De P.v.d.A. heeft in deze prov. alsrekruteringsgebied de vrijzinnige ‘zuil’ van ongeveer 40 pct. Doorbraak van A.R.P., C.H.U. en K.V.P. is in Frl. niet makkelijk door de principiële aard der Friezen. Daardoor is de Prot.

Werkgemeenschap in de P.v.d.A. betrekkelijk klein. De partij heeft de grootste aanhang in steden en industriegebieden. Voorts in de plattelandsdistricten Leeuwarderadeel, Baarderadeel, Idaarderadeel, Rauwerderhem, Opsterland, Utingeradeel,Heerenveen, Oost- en Weststellingwerf en op Terschelling en Vlieland (overal meer dan 40 pct.).

< >