(Fr.: Easterlittens, uit Lettinghe; ens-naam). Dorp in Baarderadeel (566 inw.).
Kerk uit 12de eeuw, sacristie uit de 14de. Hier stond Balthasar Bekker, wiens vrouw en vier kinderen in de kerk begraven liggen.
De straatnaam ‘De Bran’ herinnert aan de 1868 afgebrande korenmolen. O. kreeg 1888 een coöp. zuivelfabriek.
De bekende waterherberg Hulkenstein is 1932 afgebroken.Zie: Leeuw. Cour. (17.6.1885); Repert., 205.
Paaltje van Oosterlittens. Zeer bekend Fr. sprookje, gelokaliseerd te O., Arum, Akkerwoude en elders. Een arme schoenmaker uit 0. droomt drie nachten achter elkaar, dat hij op zekere brug in Amsterdam zijn geluk zal vinden. Hij reist erheen en treft daar op de avond van de derde dag een bedelaar, wie hij zijn droom vertelt. Deze deelt de schoenmaker mee weleens te hebben gedroomd van een pot met geld, die ergens in Frl. onder een paaltje begraven zou zijn. Thuisgekomen vindt de schoenmaker inderdaad een schat ondereen paaltje in zijn tuin.
Later leest de dominee op de pot, dat er daaronder nog een is. De tweede pot bevat nog meer geld dan de eerste.
Buiten Frl. is het verhaal in Grijpskerk opgetekend; een verwante historie (Dordrecht, Kampen) komt al voor bij Johannes Fungeri de Leovardia (1578). Een overeenkomstig verhaal (Bagdad, Cairo) bij de Perzische dichter Rûmi (1207-73) en in de Chassidische Bücher (M. Buber).
Zie: Baerderadiel (1957), 118-220.