Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

OOSTERLAUWERS FRIES

betekenis & definitie

In de Oudfr. periode vormt de Lauwers de voornaamste dialectgrens. Het

O.F., dat tot de rechteroever van de Weser reikt, kent in de verschillende gouwen nog weer dialectische groeperingen. In plaats van O.F. zegt men ook Oostfries.

Zie: W. L. v. Helten, Altostfriesiscke Grammatik (1890).

< >