Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

NOORDWOLDE

betekenis & definitie

(Fr.: Noardwâlde, ook: De Wâlde of Igewâlden). O. deel van de grietenij Hemelumer Oldeferd en N.

Tot voor kort was N. officieel in de gemeentenaam vermeld. Omvat de dorpen Oudega, Nijega, Kolderwolde en Elahuizen.

Noordwolder(veen)polder, Boezemwaterschap, vroeger veenpolder in Hemelumer Oldeferd; opp. 950 ha (vroeger 860 ha).Octrooi en eerste reglement van 1834. Reeds in de 19de eeuw uitgeveend, drooggemaakt en in cultuur gebracht. Van de verveningstijd resteert nog een kapitaal aan inschrijving op het Grootboek (slikgeldfonds), waarvan de renten aan het waterschap ten goede komen.

Bovendien stamt uit deze tijd een ‘Fonds der armengelden’, dat de gem. beheert. De renten moeten jaarlijks worden aangewend ‘ten nutte der armen van de dorpen Oudega, Nijega en Kolderwolde, onverschillig van welke geloofsbelijdenis’.

Sinds 1873 is de polder gereglementeerd als waterschap. In 1916 kwam het waterschap onder de werking van het Algemeen reglement van de boezemwaterschappen. Toen werd het samen met Woudsend c.a. gebracht in een nieuw, overkoepelend waterschap ‘De Drie Gemeenten’, dat echter in 1920 weer opgeheven is. Tot 1918 werd de bemaling van de polder verzorgd door vier windmolens (de Vooruitgang te Kolderwolde, de Hoop en de Hersteller, te Oudega en de Voltooiing te Nijega). De Hersteller is in 1916 verbrand en in 1925 werd tot elektrische bemaling overgegaan.

Zie: Wouda, Afwatering (1951).

< >