Voogdij, in de M.E. door de man over zijn gezin en zijn knechten uitgeoefend. Het M. van de hoofdeling over zijn meiers werd in de regel als bescherming aangeduid en hield wrsch. ook jurisdictie in.
Zie Compendium: Het Friese recht.Zie: Versl. Med. V.U.B.O.R. x (1952), 307.