Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MARTENA. Van

betekenis & definitie

Hoofdelingengeslacht uit Kornjum en elders (15de en 16de eeuw). Van belang in de Fr. geschiedenis.

Zie: Stb. I, 268; II, 181; Repert., 261; familie-arch. van Burmania (Gem. Arch. Lwd.).

—, Doeke (Duco) van, vrijheidsstrijder (? 1530Lwd. 11.1.1605). Trad in de strijd voor de Fr. vrijheid politiek en militair naar voren. Als K. Roorda een leider der heftig anti-Spaanse hervormden. O.a. admiraal der Zuiderzee (1573), gedeputeerde, lid Staten-Generaal, commandant van Hasselt. Verarmd in de strijd voor de vrijheid.

Zie: Vr. F. xxxvii (1943), 105-158; Repert., 261-262.

—, Keimpe van, historicus en jurist (Kornjum ca. 1485-8.11.1538?). Studeerde 1508 te Orléans letteren, wellicht ook rechten. Karel v, wiens partij hij koos, benoemde hem 1515 tot raadsheer in het Hof en sloeg hem tot ridder. Op last der Staten schreef M. het Annael of Landboek (1528).

Zie: N.B.W. x, 587; Repert., 262.

Martena-state. Slot van het geslacht M., te Kornjum, later bewoond door leden van de familie Burmania.

Meermalen vernieuwd en verbouwd; 1833 verkocht, 1899 afgebroken. Een nieuwgebouwd huis heet weer M.-State; koetshuis, hovenierswoning en poort gerestaureerd. Rijke stinsflora, o.a. longkruid, Haarlems klokkenspel, holwortel,helmbloem, bostulp.

Zie: Repert., 262.

< >