Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

LEENAERT BOUWENS

betekenis & definitie

doopsgez. oudste (Sommelsdijk 1515-Hoorn 1582). Door Menno Simons gewijd (1551).

Heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt. Van 1551-82 is hij met weinig onderbreking de gemeenten rondgereisd van Dantzig in Pruisen tot diep in Vlaanderen; hij heeft vaak met levensgevaar doop en avondmaal bediend.Hij doopte in die jaren ruim 10000 personen, van wie 6223 in Frl. (in Franeker alleen 832, in Harlingen 1180). Gestreng man, die streefde naar de ‘gemeente zonder vlek of rimpel’, zo nodig door de ban. Hij was de eerste die (1556 te Emden) verdedigde dat de vrouw van een gebannene haar huwelijk moest verbreken en hij drong met zijn medeoudste Dirk Philips Menno Simons tot strenge banpraktijk en echtmijding. In zijn strijd met Dirk Philips (1566) koosL.B. (destijds te Harlingen) de zijde der Fr. doopsgezinden; Dirk stond aan de kant der Vlaamsen. L.B. ’ aantekeningen van zijn doopreizen zijn bewaard en uitgegeven.

Zie: Bijdr. en Med. v. h. Hist. Gen. Utrecht (1915); Menn. Encyclopedia in (Scottdale 1957), 305.

< >