Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

KEFALONEN

betekenis & definitie

Groothoofdigen, naam van R. Virchow (1876) voor de groothoofdige variëteit die hij onder zijn Fr. schedels sterk vertegenwoordigd vond.

Om de harmonische bouw, die pathologische oorzaken als hydrocefalie uitsluit, rekent hij ze tot de echte K. Von Hölder (1879) beschouwt ze als mengvorm tussen het ‘Turaanse’ en het Germaanse ras.

De ‘groothoofdigheid’ berust vooral op de lengte der schedels; onder de gevonden terpschedels behoren er tot de langste ter wereld. De huidige bevolking vertoont dit soms nog, maar minder sterk, zie Antropologie, fysische.

< >