Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

JONG, Jan (Johannes) de

betekenis & definitie

theoloog (Nes, Ameland,

10.9.1885-Amersfoort 8.9.1955). Promoveerde, na studie en priesterwijding in Nederland, te Rome in de theologie (1910) en wijsbegeerte (1911). Hoogl. in kerkgeschiedenis aan het groot-seminarie Rijsenburg (1914). Schreef: Handb. der Kerkgesch. President van het seminarie (1931), coadjutor (1935), aartsbisschop van Utrecht (1936). Leider van het kerkelijk verzet tegen het nationaal-socialisme. Hierdoor kardinaal (1945), eredoctor en drager van het grootkruis van de Nederlandse Leeuw (1946). Lichamelijk gebroken trok hij zich terug in Amersfoort (1951). Van het begin af de Fr. Beweging en het Roomsk Fr. Boun welwillend gezind. Stimuleerde als bisschop de uitgave van Fr. gebedenboeken (o.a. Sneinsmissael, 1940), gaf algemeen verlof tot preken in het Fr.

Zie: H. Aukes, Kardinaal de J. (Utrecht 1956); De Kath. Fries iiu, ar. 5, 1-3.

< >